Weerspreuken september
Weerspreuken september
Weerspreuken en gezegden over “het weer” zijn van alle tijden. Vroeger was er veel belangstelling voor weerspreuken. Boeren kenden deze weerspreuken uit hun hoofd. Ze lieten zich leiden door weerspreuken en raadpleegden deze spreuken voor het zaaien en oogsten van hun velden. Weerspreken bevatten veel waarheid en kloppen meestal wel.
In spreuken over het weer op de korte termijn van het jaar zit dikwijls een kern van waarheid, terwijl deze weersvoorspellingen voor de lange termijn doorgaans onjuist zijn. Toch moeten we toegeven dat de weersvoorspellingen zoals we ze hedendaags kennen er ook meestal naast zitten op lange termijn.
Andere woorden voor september: herfstmaand, gerstmaand, vruchtmaand. September werd ook wel d’ander oogstmaand genoemd, als tweede oogstmaand na augustus.
September is de herfstmaand of fruitmaand en de negende maand van het jaar in de gregoriaanse kalender. september heeft 30 dagen. De naam komt van het Latijnse woord septembris wat afkomstig is van het woord septem dat zeven betekent — september was de 7e maand van het jaar, omdat het Romeinse kalenderjaar tot 153 v.Chr op 1 maart begon.
De mooiste weerspreuken en gezegden – september
In september warme regen, brengt de boeren rijke zegen.
Is het 1 september heerlijk weer, de herfst zal mooi zijn evenzeer.
Trekvogels in septembernacht, ze maken de kersttijd zacht.
Een warme september, een droge oktober.
Warm in september, koud in december.
Blijven de zwaluwen lang, wees voor de winter niet bang.
Vallen de eikels al voor Sint-Machiel, dan snijdt de winter door lijf en ziel.
Schijnt de herfstzon met zomerkracht, maakt veelal de winter zacht.
Op de 5 de september wordt bewezen, wat het voor weer de hele maand zal wezen.
Als in september de donder knalt, met kerst sneeuw met hopen valt.
Vallen de bladeren vroeg, dan wordt de herfst niet oud.
Vorst in september, zacht in december.
Komen de pluimen aan het riet, bedenk het is nazomer en geniet.