Weerspreuken mei
Weerspreuken mei
Weerspreuken en gezegden over “het weer” zijn van alle tijden. Vroeger was er veel belangstelling voor weerspreuken. Boeren kenden deze weerspreuken uit hun hoofd. Ze lieten zich leiden door weerspreuken en raadpleegden deze spreuken voor het zaaien en oogsten van hun velden. Weerspreken bevatten veel waarheid en kloppen meestal wel.
In spreuken over het weer op de korte termijn van het jaar zit dikwijls een kern van waarheid, terwijl deze weersvoorspellingen voor de lange termijn doorgaans onjuist zijn. Toch moeten we toegeven dat de weersvoorspellingen zoals we ze hedendaags kennen er ook meestal naast zitten op lange termijn.
Meimaand is ook de bloeimaand en ook de Mariamaand. In mei leggen alle vogeltjes een ei, zo staat de meimaand in het licht van leven, van bloei en bevruchting. Mei valt op het noordelijk halfrond geheel in de lente en op het zuidelijk halfrond geheel in de herfst. In de Keltische traditie is 1 mei het begin van de zomer, dat wordt gevierd met het Beltane-feest.
De mooiste weerspreuken – mei
Scheert de zwaluw over water en wegen, dan komt of blijft er wind en regen.
De zonne in de meie, zet oude lieden aan het vrijen.
IJsheilige hebben koude koppen.
Als de eikels in mei gaan bloeien, zal alles volop gaan groeien.
Wie nu zijn koren zaait, voelt zich later niet bekaaid.
Het weer wat koel en ’n buitje erbij, dat maakt in de mei de landman blij.
Een koude mei, een gouden mei.
Voor nachtvorst ben je niet beschermd, vóór Servatius zich over je ontfermt.
Is mei nat, een droge juni volgt zijn pad.
In mei een warme regen, betekent vruchtenzegen
Onweer in mei, maakt de boeren blij.Meikeverjaar goed jaar.
Als het onweert in mei, valt er vaak hagel bij.
Is mei nat, een droge juni volgt zijn pad.
Als het dondert in mei, valt er dikwijls regen bij.
Mei koel en te nat, brengt koren in het vat.
Pancras, Servaas en Bonifaas, ze geven vorst en ijs helaas.
Nachtvorst in mei, houdt jonge groen niet schadevrij.
Regen en wind in het midden van mei, maakt de boeren vast niet blij.
Als de Bij naar huis toe vlucht, zit er regen in de lucht.
Meiregen op het zaad, is goud op de plaat.
Hoe meer onweer in mei, zoveel minder in de herfst.
Kamillegeur in mei, brengt de zomer dichterbij.
In mei staat het vast, zijn vaak de en de hoed tot last.
Weest op uw hoede, en wacht nu wel, mei baart dikwijls kattenspel.
In mei nat, een droge juni volgt haar pad.
Mei nat, spek in het vat.
Onweer in mei, gras in de wei.
Avonddauw en zon in mei, is hooi met karren op de wei.
Is het weer in Mei te mooi, dan krijgt de schuur maar weinig hooi.
Een natte mei geeft boter in de wei.
Mei niet te koud en niet te nat, vult de schuur en ook het vat.
Kan vriezen in mei tot de ijsheilige voorbij zijn.
Een bijenzwerm in mei, is een goed teken voor de wei.
Mei tot jubelmaand verkoren, heeft toch rijm achter de oren.
Het onweer in de schone mei, doet het koren bloeien op de hei.
Heden schupjes, morgen drupjes.
Als is Marmertus oud en grijs, houdt hij van vriezen en van ijs.
Roept de houtduif keer op keer, dan komt er vast en zeker mooi weer.