Weerspreuken december
Weerspreuken december
Weerspreuken en gezegden over “het weer” zijn van alle tijden. Vroeger was er veel belangstelling voor weerspreuken. Boeren kenden deze weerspreuken uit hun hoofd. Ze lieten zich leiden door weerspreuken en raadpleegden deze spreuken voor het zaaien en oogsten van hun velden. Weerspreken bevatten veel waarheid en kloppen meestal wel.
In spreuken over het weer op de korte termijn van het jaar zit dikwijls een kern van waarheid, terwijl deze weersvoorspellingen voor de lange termijn doorgaans onjuist zijn. Toch moeten we toegeven dat de weersvoorspellingen zoals we ze hedendaags kennen er ook meestal naast zitten op lange termijn.
December is de laatste maand van het jaar, dus ook de twaalfde maand. De sterrenbeelden voor december zijn Boogschutter en Steenbok. December is ook de wintermaand, kerstmaand en donkeremaand en telt 31 dagen. De naam komt van het Latijnse woord voor ’tien’, decem, dit heeft de maken met de Romeinse kalender dat in maart begon.
De mooiste weerspreuken en gezegden – december
Is op Kerstmis de hemel klaar, verwacht dan vrij een vruchtbaar jaar.
Kerstnacht helder en klaar, geeft een gezegend jaar.
Silvesterwind (31 december) met morgenzonneschijn, geeft zelden goede wijn.
Veel sneeuw op Oudejaar, veel hooi in ’t nieuwe jaar.
Warme Kerstnacht, koude Pasen.
Zijn de bomen om Kerstmis wit van sneeuw, ze zijn in de lente wit van bloesem.
Als Sint-Eligius met ijs begint, wil hij drie maanden dat tot vrind.
Sneeuw veel en lang, maakt de klaver niet bang.
Sint-Elooi, brengt geen dooi.
Een sneeuwjaar is een hooijaar.
Breng december kou en sneeuw in ’t land, wast het koren zelfs in ’t zand.
Veel sneeuw, veel brood.
Als de zon met Kerstmis schijnt op de toren, dan is het vlas verloren.
Als met Kerstmis de muggen zwermen, moet ge met Pasen uw gat wermen.
December koud en wel besneeuwd, zo maakt maar grote schuren gereed.
Zo hoog in de winter de sneeuw, zo hoog in de zomer het gras.
Sneeuwtapijt, ’t groen bevrijd.
Decemberwind uit het oost, brengt de zieken weinig troost.
December zacht en dikwijls regen, geeft weinig hoop op rijke zegen.
Decembermist, goud in de kist.
Decemberwind van oost, brengt zwakken luttel troost.
Is december veranderlijk, beste vrind, dan is heel de winter slechts een kind.
Als Sinte Barbara wil, staat de vriezeman stil.
Donder in de decembermaand, belooft veel wind in ’t jaar aanstaand.
December koel en nat, ledigt gans het korenvat.
Zoveel ijzelbochten in de winter, zoveel koren in de oogst.
Sinte Lucije, laat de dagen dijen.
Blaast de noordenwind met decembermaan, dan houdt de winter vier maanden aan.
Droge december, droog voorjaar, droge zomer.