Weerspreuken april
Weerspreuken april
Weerspreuken en gezegden over “het weer” zijn van alle tijden. Vroeger was er veel belangstelling voor weerspreuken. Boeren kenden deze weerspreuken uit hun hoofd. Ze lieten zich leiden door weerspreuken en raadpleegden deze spreuken voor het zaaien en oogsten van hun velden. Weerspreken bevatten veel waarheid en kloppen meestal wel.
In spreuken over het weer op de korte termijn van het jaar zit dikwijls een kern van waarheid, terwijl deze weersvoorspellingen voor de lange termijn doorgaans onjuist zijn. Toch moeten we toegeven dat de weersvoorspellingen zoals we ze hedendaags kennen er ook meestal naast zitten op lange termijn.
April is ook de maand van aprilvissen en het is een traditie waarbij mensen elkaar op 1 april voor de gek proberen te houden. In Frankrijk spreekt men van poisson d’avril (Aprilvis). In Engelstalige landen wordt de dag April Fool’s Day (April dwazendag) genoemd, in Vlaanderen spreekt men over verzenderke(n)sdag, de dag waarop je iedereen tracht ergens heen te zenden om ze beet te nemen.
De mooiste weerspreuken – april
Grasmaands gril is hooimaands wil.
April veel regen, brengt grote zegen.
Aprilvlokjes brengen meiklokjes
De heren en aprillen, bedriegen wie ze willen.
De vrouwen en aprillen, ze hebben beide hun grillen.
Het groen des velds het oog bekoort doch zelden houdt april haar woord.
Op een april geen zon, vaak water in de ton.
De huwelijkse staat, is als april, nu zon, dan storm, en dan weer alles stil.
Hebben wolken rode randen, altijd is er wind en nats voorhanden.
Als het in april regenen wil, blijven de boeren niet stil.
Gras dat in april wast, staat in mei vast.
April maakt de bloem, en mei bekomt de roem.
Als in april kevers ontstaan, dan zal de mei van kou vergaan.
Valt in april veel nat, dan zwemmen de druiven tot in het vat.
Verschaft april vele schone dagen,dan pleegt mei de last te dragen.
Als april lacht, boerke wees voor uw oogst bedacht.
April vult vele zolders, dankzij de vele donders.
Op een droge april volgt wel eens een droge zomer.
April mooi en rein, in mei zal het donker zijn.
Aprillezonne, doet water in de tonne.
Mocht het dauwen in april en mei, dan is de boer in sept blij.
April doet wat hij wil.
Nachtvorst met een Zuidenwind op kersenbloem, daar treurt de kweker om.
Aprillertje zoet, geeft nog wel eens een witte hoed.
April warm, Mei koel en Juni nat, vullen schuur en ook het vat.
Geen zaterdag zo kwaad, of de zon schijn vroeg of laat.
April verandelijk en guur, brengt hooi en koren in de schuur.
Een grote zon en bleek van schijn, dan zal het regenachtig zijn.
Bloeien de bomen tweemaal op een rij, zal de winter zich rekken tot mei.
Aprilse aren, zijn er alle jaren.
Een natte april ,is de boeren naar hun wil.
Aprilse vlokjes, brengen mei’se klokjes.
In april heldere maaneschijn, zal voor de bloesem kwalijk zijn.
Het zaterdagse weer op noen, is op de zondag heel te dag te doen.
Broedt de spreeuw al in april, dan is een schone meimaand op til.
Verschaft april veel schone dagen, dan pleegt mei de last te dragen.
Als de hoenders kakelen lang en goed, zal het regenen in overvloedt.
Is april schoon en rein, dan zal mei minder zijn.